Author: Tinne Peeters

Wat zijn mogelijke oorzaken van gedragsproblemen?

1. Omgevingsfactoren, Een onstabiele thuissituatie, gebrek aan structuur of negatieve invloeden kunnen bijdragen aan probleemgedrag.
2. Individuele factoren. Leerproblemen, emotionele uitdagingen of ontwikkelingsstoornissen kunnen het gedrag van een kind beïnvloeden.
3. Schoolgerelateerde factoren. Een gebrek aan passend onderwijs, onvoldoende ondersteuning of een negatieve schoolomgeving kunnen gedragsproblemen verergeren.

Heb je vragen of maak je je zorgen over het gedrag van je kind? Neem gerust contact op. Samen kunnen we werken aan een betere toekomst voor jouw kind

_{In deze blog geef ik je meer inzicht in waarom kinderen liegen, wat bij hun leeftijd past, en hoe je hier positief mee omgaat}.

1. Angst voor straf, Veel kinderen liegen uit angst voor straf, omdat ze negatieve gevolgen willen vermijden. Wanneer ze fouten maken, kan de vrees voor boosheid of straf hen ertoe aanzetten de waarheid te verbergen. Dit benadrukt het belang van een veilige omgeving waarin fouten maken mag, zodat eerlijkheid wordt gestimuleerd en vertrouwen groeit.
2. Teleurstelling voorkomen. Kinderen liegen vaak om teleurstelling te voorkomen, vooral als ze denken dat hun acties anderen zullen kwetsen. Ze willen vermijden dat ouders of verzorgers boos of verdrietig worden en proberen de waarheid te verbergen om relaties goed te houden. Dit gedrag toont hun behoefte aan acceptatie en emotionele veiligheid.
3. Sociale redenen. Oudere kinderen liegen soms om sociale redenen, zoals erbij willen horen in een vriendengroep of het beschermen van iemand anders. Ze passen de waarheid aan om indruk te maken, conflicten te vermijden of loyaliteit te tonen. Dit gedrag weerspiegelt hun groeiende behoefte aan sociale acceptatie en het versterken van relaties.
4. Fantasie. Vooral jongere kinderen liegen vaak vanuit fantasie, omdat hun verbeeldingskracht nog volop in ontwikkeling is. Ze vervlechten werkelijkheid en fantasie, zonder te beseffen dat dit als onwaarheid wordt gezien. Voor hen is dit geen liegen, maar een manier om de wereld om hen heen te begrijpen en uit te drukken

_{Heb jij nog vragen over lieggedrag bij je kinderen? Hoe kan jij hiermee omgegaan? Neem vrijblijvend contact op met mij!    CONTACT}

1. Je voelt je  bijna de hele dag door neerslachtig of geïrriteerd , al 2 weken of langer. Het kan zijn dat je je veel zorgen maakt over gebeurtenissen in het verleden of de toekomst gedurende langere periodes, of gewoon dat je je verdrietig, boos of huilerig voelt. Soms is het moeilijk om een geleidelijke verandering op te merken – hebben anderen gemerkt dat je niet jezelf lijkt te zijn?
2. Je hebt interesse verloren in activiteiten die je vroeger leuk vond. Misschien zie je de laatste tijd minder van je vrienden of familie, ben je gestopt met naar de sportschool te gaan, of kook je geen gebalanceerde maaltijden meer. Het gaat er echt om veranderingen in wat normaal voor je is te herkennen – niemand zegt dat je vijf keer per week moet sporten of je groenten moet eten, maar veranderingen in je routine kunnen concrete aanwijzingen zijn dat je stemming verandert.
3. Je hebt moeite met concentreren. Het kan zijn dat je merkt dat je moeite hebt om je te focussen bij het lezen of tv kijken, bijvoorbeeld, of om de draad van een gesprek te volgen. Dit kan van invloed zijn op je prestaties op het werk of je vermogen beperken om routinetaken zoals boodschappen doen uit te voeren. Opnieuw zoeken we naar een verandering in wat normaal voor jou is, dus als concentratie altijd al lastig voor je is geweest, is er weinig reden tot bezorgdheid.